28 juni – Naar Hospital de Orbigo en een verrassende avond.

Het vroegere hospital voor de bedevaartgangers naar Santiago in Leon.
Het vroegere hospital voor de bedevaartgangers naar Santiago in Leon.

Vandaag vertrekken we iets later want we gaan de etappes korter maken, omdat we genoeg dagen over hebben. Als we onze fietsen pakken komen we de fietser van gisteren weer tegen. Wat fijn, hij is goed uitgerust en heeft in dezelfde albergue geslapen als wij. We fietsen langs de  koninklijke basiliek San Isodore uit de 11e eeuw  waar een mooi Sint Jacobs beeld tegen het portaal staat. De drie bedelaars bij de ingang worden weggestuurd maar dat weigeren ze, er ontstaat ruzie. Er is stilte in de kerk met biddende mensen, wat een contrast..

Beeld van Jacobus bij het portaal van de kerk
Beeld van Jacobus bij het portaal van de San Isodore.

We fietsen door de al drukke warme stad langs de stadsmuur naar het groot en weelderig met schelpen versierde San Marcos, het oorspronkelijke pelgrimshospital dat hoorde bij de ridderorde  van St. Jacob. Ik zie dat er nu een hostel is. Op het plein staat een  beeld van een  vermoeide pelgrim die naar boven kijkt.  

Freek rust hier ook even uit.
Freek rust hier ook even uit.

We verlaten de drukte en gelijk komt de eerste beste klim, dat wordt lopen. Water loopt over mijn gezicht. Met een snelheid van bijna 60 km. per uur suis ik naar beneden. Rechts van ons op palen zitten allemaal ooievaarsnesten, beschermd ooievaars gebied. Het land wordt droger, minder graanvelden maar ook wild gebied met grassen, kruiden en speurende ooievaars. We zien in een dorpje een stenen oven. Ook zien we  schoorstenen boven het gras uit komen, zijn er soms huizen  onder de grond gebouwd? Er staat bij geschreven: Bodega La Calzada. Het dorpje heet Antimio de Ariba, waarschijnlijk zijn deze ondergondse huizen voor het bewaren en koel houden van de wijn.

Ondergrondse opslag voor bewaren van de wijn.
Ondergrondse opslag voor bewaren van de wijn.

Ik zie ook weer knoestige wijnstokken. Het is heerlijk om de stad uit te zijn. De buiten gebieden met natuur en kleine dorpjes vind ik het allermooist. De roestbruine aarde is gortdroog.  De wind die verkoelend is hebben we pal tegen. De snelheid van het dalen probeer ik mee te nemen in de helling omhoog. Wat mooi, tussen groene bomen hoor ik een nachtegaal zingen. Recht voor ons, nog ver weg doemt de piek van de Teleno op met sneeuw. Ook zien we de contouren van de Montes van Leon. Staat ons dat nog te wachten?

Zittend op een bankje bij de kerk eten we een broodje. Zwaluwen scheren door de lucht en op het puntje van het dak is een ooievaarsnest. Het is heet en zwaar fietsen met deze tegenwind. De weg is slecht, tril, tril, zegt mijn stuur. Ik fiets voor, de weg is lang, op het land wordt gesproeid. Er volgt een kilometers lange  vreselijke grindweg die ook nog eens daalt..

Oef, wat heb ik een hekel aan zo’n weg, we moeten nog zo’n lange grindweg fietsen met dikke stenen. Met de blik op oneindig zwoegen we door. Maar dan om vier uur komen we in Hospital de Orbigo. Hier willen we overnachten. We fietsen over de vroegere pelgrimsweg naar de beroemde brug over de Rio Orbigo. Deze van oorsprong Romeinse brug is uniek met zijn 18 stenen bogen en onregelmatige vormen.

De oude brug naar het dorp Hospital de Orbigo.
De oude brug naar het dorp Hospital de Orbigo.

We vinden onderdak in de  Albergue van parois Karl Leisner eens een pater die veel goeds heeft gedaan. We worden vriendelijk ontvangen door de vrijwilligers hier. We maken met hen en met de pater kennis. We worden uitgenodigd voor de bijeenkomst vanavond in de kapel. Het ziet er sfeervol uit met een binnenplaats, kapel, keuken  en een tuin met schaduwplekjes waar we kunnen uitrusten.

Ontmoetingen onderweg.

De albergue waar we vannacht hebben geslapen.
De albergue waar we vannacht hebben geslapen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ontmoetingen onderweg.

Onderweg zag ik haar. Ze liep midden op het pad. Ik probeerde  haar te passeren. Ze hoorde me niet, prevelde voor zich uit. Haar grote bruine ogen, ver weg, vielen me op. Nu, in de albergue tref ik haar weer, ze slaapt in het bed naast me, doodmoe ligt ze daar. Steeds horen we haar zachtjes in zichzelf praten. Om 9 uur klinkt de bel bij de kapel. De pater zit er al te wachten, hij begroet ons. Wij en twee vrijwilligsters, één  uit Hongarije zitten in een kring. De pater vraagt waarom wij de camino doen.  Hij zegt: ” Er zijn pelgrims en toeristen die naar Santiago gaan. Eens kwam hier een toerist die de camino liep. Hij ontdekte dat hij zijn leven een andere invulling wilde geven. Hij besloot naar Calcutta in India te gaan om daar voor de armen en stervenden op straat te zorgen. Zijn familie  begreep die roeping niet. Regelmatig kwam hij ons in de albergue nog eens opzoeken. Als gevolg van een ernstig treinongeluk in Spanje met veel camino gangers is hij overleden. In Rabanal is een gedenkteken voor hem opgericht.” Wij vertellen over onze fietstocht vorig jaar naar Rome, de bypass van Freek, luisteren naar je lichaam en het goede doel waarvoor we fietsen http://www.InsideTheSame.com  De Hongaarse vrijwilligster  vertaalt het Spaans in het Engels en andersom.  Onze kamergenote, de vrouw uit Armenië komt binnen. Zij vertelt dat problemen  haar naar Santiago  doen lopen. We staan allen in een kring en bidden het Onze Vader, ieder in onze eigen taal. De pater geeft ons de zegen en wenst ons een buen  camino! Ik voel 20 euro in mijn hand. Het is voor : http://www.InsideTheSame.com

Het is al weer een bijzondere avond. Dit doet me vredig slapen.

In de kleine kapel van de albergue.
In de kleine kapel van de albergue.

 

 

 

 

3 gedachtes over “28 juni – Naar Hospital de Orbigo en een verrassende avond.

  1. Hallo jullie beiden!
    Wij hebben elkaar ontmoet toen we in Le Porge Oceaan thee op een terras hebben gedronken.
    Wij hebben het fantastisch gehad en zijn nu terug in ons kikkerlandje.
    Dank voor het delen van jullie prachtig tocht.
    Wij genieten intens mee.
    Hartelijke groeten van Eva en Henk uit Rotterdam

    Like

Plaats een reactie